“Druk zo snel mogelijk op een toets zodra u de letter X ziet.”, “Probeer zo goed mogelijk deze lijst van 20 voorwerpen te onthouden.”, “Bepaal of deze letters wel of niet een woord vormen”. Dit zijn allemaal typische taken die proefpersonen moeten voltooien, als ze deelnemen aan een onderzoek over cognitieve vaardigheden. In een wetenschappelijk lab is het normaal om dit soort oefeningen tegen te komen, maar in ons dagelijks leven zal dat minder snel gebeuren.
Toch worden dit soort studies vaak gebruikt om conclusies te trekken over wat er met ons gebeurt als we ouder worden. Menig een kan zich terecht afvragen in hoeverre de resultaten van dit soort onderzoek nou op ons dagelijks leven van toepassing is. Wat gebeurt er in het ouder wordende brein als we een boek lezen, met vrienden kletsen of ’s avonds op de bank lekker een film kijken?
Brein activiteit tijdens film kijken
Het is gebleken dat films uiterst geschikt zijn om te bestuderen hoe het brein van jongeren en ouderen verschilt. Waarom? Wanneer mensen dezelfde film kijken lijkt hun breinactiviteit erg op elkaar. We spreken dan van een synchronisatie van hersenactiviteit. Best logisch eigenlijk, immers richten we onze aandacht op dezelfde gebeurtenissen, krijgen we dezelfde beelden te zien en voelen we vergelijkbare emoties wanneer de hoofdpersoon het ene avontuur na het andere meemaakt.
Aangezien al bekend is dat het brein met het ouder worden verandert, zouden we verwachten dat er tussen ouderen en jongeren een mindere mate van synchronisatie plaats vind. Als we beter naar die hersengebieden kijken die bij jongeren wel gesynchroniseerd zijn en bij ouderen niet (of andersom), kunnen we beter begrijpen hoe ons brein met de leeftijd veranderd. Daarnaast is het interessant om ernaar te kijken hoe de hersenactiviteit wel op elkaar lijkt. Tenslotte brengt ouder worden niet alleen maar verandering met zich mee.
Met deze gedachtegang voerden Linda Geerligs en haar collega’s een onderzoek uit naar wat nou in de hersenen gebeurd terwijl we een film kijken. Hiervoor werd de hersenactiviteit van zowel ouderen als jongeren gemeten terwijl ze in een fMRI scanner een fragment van de Alfred Hitchcock film te zien kregen.
Gelijkenissen en Veranderingen
Uit het onderzoek bleek dat er bij ouderen een hoop hersengebieden zijn die tijdens het film kijken met die van jongeren synchroniseerden. Deze hersengebieden zijn vooral betrokken bij het verwerken van taal, het begrijpen van sociale interacties en het aansturen van bewegingen. Het lijkt er dus op dat dit allemaal functies zijn die we ook met een oudere leeftijd net zo als vroeger kunnen uitvoeren. Dit resultaat komt overeen met de vindingen in andere studies die andere soorten taken gebruikten om leeftijds-gerelateerde verschillen in hersenen en gedrag te onderzoeken.
De hersengebieden van ouderen die daarentegen minder synchroniseerden met die van jongeren, waren meer betrokken bij het richten van aandacht, het functioneren van ons geheugen en het verband leggen tussen input uit de film en gebeurtenissen van het verleden. Dit wijst erop dat ouderen meer moeite hebben met taken die te maken hebben met deze functies. Dit vermoeden werd bevestigd door ouderen verschillende taken uit te laten voeren en te kijken hoe ze hierop presteerden. Hieruit bleek inderdaad dat ouderen die minder gesychorniseerde hersenactiviteit hadden in deze hersengebieden ook minder goed en snel de taken konden voltooien.
Maar dit was niet het hele verhaal. Het bleek namelijk ook dat er minder synchronisatie tussen ouderen en jongeren optrad, omdat bij ouderen de hersenactiviteit meer individueel en uniek was dan bij jongeren. De hersenactiviteit van ouderen verschilde dus niet alleen maar van die van jongeren, maar verschilde ook van die van andere ouderen. Dit duidt erop dat de manier waarop ouderen films of informatie verwerken gevormd wordt door de individuele ervaringen die elk mens door de jaren heen meemaakt. Net zoals elke film een uniek verhaal vertelt, doet ons brein dat ook.
Terug naar het lab
De resultaten uit dit onderzoek sluiten goed aan bij ander onderzoek over cognitieve veranderingen met het ouder worden. Voor in de toekomst blijft het belangrijk om onderzoek naar meer dagelijkse situaties te combineren met meer ‘traditionele’ studies. Ook al lijken taken zoals “Druk zo snel mogelijk op een toets zodra u de letter X ziet” ver weg van het echte leven, zijn ze handig om specifieke vaardigheden van mensen te meten. Bij het kijken van films zijn namelijk zo veel meer complexe processen betrokken, dat het lastig te zeggen is wat er nou precies wanneer in het brein gebeurd en waarom dit zo is.
Door meer kleinschalige studies met meer bredere onderzoeken te combineren, kunnen we hopelijk op lange termijn een goed beeld krijgen wat het ouder worden nou concreet betekent. Zowel in het lab als in het ‘echte leven’.
Relevante Wetenschappelijke Bronnen:
Geerligs, L., & Campbell, K. L. (2018). Age-related differences in information processing during movie watching. Neurobiology of aging, 72, 106-120.