De kracht van voorkennis en levenservaring: informatieverwerking in het oudere brein

Het persbericht hieronder is geschreven door Ian Proctor, naar aanleiding van een Vidi-beurs toegekend aan Dr Geerligs.

Veroudering wordt geassocieerd met een verslechtering van het geheugen, aandacht en abstract redeneren. Toch zijn oudere mensen vaak degenen die de belangrijkste beslissingen nemen: denk aan Amerikaanse president Joe Biden (78 jaar oud) of Duitse kanselier Angela Merkel (67). Klopt ons beeld van veroudering eigenlijk wel? Dr. Linda Geerligs, universitair docent Kunstmatige Intelligentie bij Radboud Universiteit, onderzoekt de rol van kennis en levenservaring van ouderen in het verwerken van nieuwe informatie. Ze bestudeert de hersenmechanismen die ouderen in staat stellen te bouwen op hun voorkennis.

Geerligs zegt: ‘Er is een groot verschil tussen wat we in het dagelijks leven zien als mensen ouder worden en wat we vaak in wetenschappelijk onderzoek observeren.

‘Bij het uitvoeren van abstracte taken in het lab zien we dat mensen vanaf een jaar of 30 al achteruitgaan in cognitieve functies, zoals geheugen, aandacht, abstract redeneren en snelheid van informatieverwerking. Dit beeld, van veroudering als een proces van achteruitgang, leeft ook sterk in onze maatschappij.

‘Tegelijkertijd zien we dat ouderen in het dagelijks leven vaak tot op hoge leeftijd goed blijven functioneren, dat bijvoorbeeld hun werkprestaties meestal niet achteruitgaan en dat mensen nog heel goed in staat zijn om ingewikkelde taken uit te voeren.’

Dit is bijvoorbeeld zichtbaar als mensen gevraagd wordt prijzen van producten te onthouden die realistisch zijn (in lijn met bestaande kennis) of juist niet.

Bij het onthouden van realistische supermarktprijzen laten ouderen geen achteruitgang zien, terwijl dit wel het geval is wanneer ze onrealistische prijzen moeten onthouden.

Een hypothese over de hersenen is dat het een soort ‘voorspellingsmachine’ is, voortdurend bezig met het maken van prognoses over wat het in de toekomst zal waarnemen. Het doel is om het verschil tussen wat je dan werkelijk waarneemt en de verwachting die je hebt zo klein mogelijk te maken.

Bijvoorbeeld over het volgende woord in de zin tijdens het luisteren van een audioboek. Dat gebeurt deels op basis van de eerdere woorden in de zin en het verhaal, maar ook op basis van de enorme hoeveelheid zinnen die je eerder in je leven hebt gehoord.

Geerligs zegt: ‘Die theorie zegt ook dat naarmate je meer ervaring krijgt, je interne modellen van bepaalde situaties steeds wordt bijgesteld; het model wordt steeds preciezer, gedetailleerder, steeds beter.

‘Mijn hypothese is dat ouderen precieze interne modellen hebben en dat ze daardoor meer kunnen bouwen op de voorspellingen die ze maken en minder op de input die ze daadwerkelijk krijgen.

‘Als er iets in de omgeving is dat wat niet strookt met de modellen, verwacht ik dat dit een minder grote invloed heeft op een waarneming of beleving dan bij jongere mensen waarbij de interne modellen nog niet zo precies en gedetailleerd zijn.’  

Volgens Geerligs zijn er twee belangrijke toepassingen van de potentiële resultaten van het onderzoek.

Het verworven inzicht zou ten eerste nieuwe interventies kunnen helpen vormgeven voor ouderen, die hun ondersteunen in nog effectiever gebruik van hun voorkennis.

De andere is om het publieke beeld van veroudering bij te stellen door te laten zien hoe de accumulatie van voorkennis en levenservaring daar een voordeel van is.

Plaats een reactie